Onze voorzitter aan het woord

26.01.2021
De voorbije dagen is er in de media veel gezegd en geschreven over de stopzetting van het amateurvoetbal, onder meer in enquête van Het Nieuwsblad ging het zowel over de impact en de gevolgen van de coronacrisis op het amateurvoetbal, als over de financiële toestand van al die clubs. En omdat er toch veel zaken verkeerd zijn voorgesteld wil onze voorzitter, Luc Pennoit graag reageren. 

"Ik betreur het dat er in verschillende artikels op zo'n negatieve manier wordt geschreven over het amateurvoetbal. Al die clubs, maar vooral hun leden en de vele medewerkers verdienen meer respect. Ik ben ondertussen al meer dan twintig jaar voorzitter van deze club en ik ben trots om te kunnen zeggen dat Racing Gent nog steeds financieel een gezonde club is,  een club die bovendien goed wordt bestuurd, in die zin dat we als een goede huisvader altijd goed afwegen hoe we het beschikbare budget besteden. Er zijn geen 'zwartwerkers' in onze club, we werken ook altijd mooi binnen de regels. Elk jaar opnieuw wordt er keihard gewerkt om het budget rond te krijgen. In de eerste plaats zijn we onze sponsors dankbaar omdat ze trouw blijven aan onze club, we kunnen daarnaast rekenen op loyale medewerkers en onze spelers en hun familie vormen de ziel van de club, een echte traditieclub bovendien, een grote familie. Wat die spelers betreft is het zeker een spijtige zaak dat er nog altijd geen werkbaar systeem is uitgewerkt rond een opleidingsvergoeding bij een transfer naar een andere club. Spelers zijn vrij en kunnen op een bepaald moment vertrekken of worden weggeplukt door een andere club, zonder dat je daar als club voor wordt beloond. 

De media gebruikt meestal gewoon de algemene omschrijving 'amateurclubs', terwijl er vaak heel veel verschil zit in zowel de werking als in de kostenstructuur van al die clubs? 

Dat vind ik de grootste misvatting, alles wordt door elkaar gehaald. Racing Gent is voor mij nog altijd één geheel, we hebben onze jeugdwerking én onze A-kern, maar dat is wel één club. Je kunt onze club ook totaal niet gaan vergelijken met ploegen die in 3de of 4de provinciale spelen, net zoals je nog andere clubs hebt die uitkomen in de Eerste Amateurreeks, waar er al veel semi-profs rondlopen. Wij moeten vanwege Voetbal Vlaanderen bijvoorbeeld voldoen aan een aantal licentievoorwaarden om in Tweede Nationale te mogen spelen. Clubs die in de provinciale reeksen spelen moeten daar helemaal geen rekening mee houden. Enerzijds heb je dus al een niveauverschil, anderzijds is ook de organisatiestructuur van de jeugdopleiding soms helemaal anders, ongeacht in welke reeks een bepaalde club uitkomt: sommige clubs op ons niveau spelen wél interprovinciaal voetbal, andere clubs doen dat niet. Ook dat maakt dat je geen appelen met peren kunt vergelijken. Al onze jeugdploegen spelen bijvoorbeeld interprovinciaal voetbal, met de Footpass hebben we daar in april vorig jaar opnieuw ons kwaliteitslabel binnengehaald, maar dat betekent wel dat we met een groot aantal gediplomeerde trainers moeten werken. Terwijl andere regioclubs die op gewestelijk niveau spelen die verplichting niet hebben. Let wel, wij willen absoluut die kwaliteit blijven aanbieden, maar met alle respect: het gaat dan ook niet op om de jeugdwerking van clubs op gewestelijk of provinciaal niveau dan te gaan vergelijken met wat wij aanbieden. Het aantal trainingen is bijvoorbeeld al hoger, wij hebben veel meer gediplomeerde trainers, we hebben een kwalitatieve accommodatie, dus dat betekent ook dat we op dat vlak meer uitgaven hebben. 

Spelers en ouders weten wel hoeveel lidgeld ze jaarlijks betalen, maar ze weten niet altijd welk kostenplaatje er vasthangt aan de uitbouw van de jeugdwerking? 

Daar ben ik me van bewust. Ik wil graag wat meer inzicht geven in de kostenstructuur van onze jeugdwerking: van het lidgeld wordt één derde besteed aan het kledijpakket van de spelers én van al onze medewerkers, tweede derde van dat lidgeld gaat naar de vergoeding van zowel jeugdtrainers als medewerkers. Onze club speelt interprovinciaal voetbal en heeft een Footpass-label, dat betekent dus ook dat onze trainers over een hoger diploma moeten beschikken, maar dat impliceert dan ook dat hun verloning dan wat hoger ligt. Daar zit al meteen een groot verschil in. 

Ook de vaste kosten van de accommodatie kunnen bij de verschillende clubs soms heel erg uiteenlopen. Om je een paar voorbeelden te geven: een aantal jaar geleden hebben we een kunstgrasveld aangelegd op het jeugdcomplex, zonder subsidie van de Stad Gent. Wij zitten ook met de huur van extra accommodatie op de Blaarmeersen, die kost bedraagt jaarlijks 8.000 euro. 

Terwijl de coronacrisis er ook voor heeft gezorgd dat er veel minder inkomsten zijn?

De trainingen voor de jeugdploegen tot en met U13 konden wel worden verdergezet, vanaf de bovenbouw waren de coronamaatregelen tot nu toe een pak strenger, met een beperking van het aantal spelers, maar tegelijk heb je meer begeleiders nodig als je dat volledig coronaproof wil organiseren in heel kleine groepjes. Sinds oktober is er bovendien geen wedstrijd meer gespeeld, en ook door de tornooien mogen we nu een streep trekken. Dat maakt dat je wel met bepaalde kosten blijft zitten, maar omdat er geen wedstrijden of tornooien mogelijk zijn verlies je wel heel veel inkomsten. Onze medewerkers stellen zich heel loyaal op en eigenlijk toont iedereen zich heel erg bereid om zich aan te passen aan de omstandigheden. Als club willen we uiteraard graag dat onze jeugdploegen kunnen blijven sporten, want ze hebben ook een uitlaatklep nodig, tegelijk wil je als bestuur dat de trainingen in veilige omstandigheden kunnen worden georganiseerd en daarnaast zijn we ook afhankelijk van de beslissingen vanuit de overheid en van Voetbal Vlaanderen. Als je merkt dat nu steeds meer scholen preventief moeten sluiten of collectief in quarantaine moeten gaan, dan kunnen we alleen maar hopen dat onze jeugdspelers toch nog kunnen blijven trainen de volgende weken, maar het is nog een vraagteken hoe alles zal evolueren.

Op welke manier kijk je als voorzitter naar de toekomst van de club op korte termijn? 

De coronacrisis heeft een grote impact op de inkomsten van alle amateurclubs, ook op die van ons. Op korte termijn is er geen probleem. Onze club is gezond en we zitten niet in de problemen, maar wie kan garanties bieden dat we binnen een aantal maanden wel een normaal seizoen gaan kunnen spelen? We hopen van wel natuurlijk, maar veel extra klappen kun je als club niet meer incasseren. Op het einde van het vorige seizoen zagen we dat de sponsors toch trouw bleven aan onze club en daar waren we heel blij om, maar ondertussen zijn we zoveel maanden verder en hebben diezelfde sponsors zelf mogelijk ook meer impact ondervonden van deze coronacrisis. Of ze nog eens hun overeenkomst gaan verlengen en in welke mate ze zich opnieuw willen engageren, dat is opnieuw afwachten. En ook al willen ze ons graag blijven steunen, ook de sponsors zullen onvermijdelijk keuzes moeten maken. We hebben ook heel wat sponsors die in de horeca actief zijn, daar ziet het er zeer somber uit. Dat we minder geld zullen binnenkrijgen via sponsoring, dat is zeker, maar hoeveel minder is nog moeilijk in te schatten. Misschien gaan we de gevolgen nog een paar jaar meedragen, niet alleen de maatschappij, maar ook wij als club. Een club heeft sponsors nodig om te overleven, net zoals lidgeld een belangrijk aandeel is om de werking te kunnen garanderen. Laat me duidelijk zijn dat Racing als club geen winst moet maken, maar anderzijds moeten wel alle rekeningen kunnen worden betaald. Maar we willen binnenkort voor onze spelers, voor elke ouder en voor onze sponsors een oplossing uitwerken die voor iedereen billijk is. 

Bovendien wil ik nog eens onderstrepen dat we onze strategie met de A-kern bewust willen verderzetten. In Tweede Nationale hadden we al een ploeg die op het vlak van de gemiddelde leeftijd één van de jongste is, maar onze keuze voor talentvolle jongeren is een heel bewuste keuze. De voorbije jaren heeft iemand als Bjorn Caryn zich al kunnen ontwikkelen tot vaste waarde en vorig seizoen alleen al kwam een kwart van de kern uit eigen jeugd. Die jongeren hebben ook allemaal speelminuten gekregen, zelfs in het basiselftal. En die lijn gaan we ook volgend seizoen doortrekken, we geloven in het potentieel van onze jongeren. De spelers én de technische staf hebben vorig jaar al ingeleverd en ook nu hebben ze aangegeven dat ze zich hier goed voelen en dat ze zich ook willen aanpassen aan de omstandigheden en dus wordt er ook nu ingeleverd. Dat is evident in deze tijden en ik merk ook dat ze daar begrip voor hebben. Ikzelf heb besloten om toch nog een tijdje verder te doen, ook al had ik me eigenlijk voorgenomen om het wat rustiger aan te gaan doen, ook al omdat ik recent ben verhuisd naar de kust. Maar mijn hart ligt nog steeds bij deze club, dus we doen nog even verder. 

In de krant kwam ook de vraag aan bod of er meer fusies op til zijn in het amateurvoetbal?

De meeste fusies komen neer op het liquideren van één club. Enkel en alleen als er een verantwoorde economische reden is voor een fusie, dan kan dat wel een goeie oplossing zijn. Een fusie tussen Racing Gent en SK Lochristi zou in theorie niet ondenkbaar zijn. Beide clubs liggen dicht bij elkaar en op die manier zou je meer terreinen ter beschikking hebben voor de jeugdploegen. Let wel, dit is gewoon een los idee. Er is geen enkel gesprek geweest en ook geen enkel contact hierover. Maar misschien moet je hier op termijn wel over nadenken.